Zondag 20 juli “Met de tuktuk door Angkor”

Ik heb de nacht goed doorstaan. Ik blijf maar gewoon slikken om alles rustig te houden. Ook ors slikken… Goed, dat terzijde. Vandaag gaan we Angkor bekijken…
Ik bestel bij de receptie een tuktuk voor een dag en betaal 20$… Dat was ooit goedkoper (;-)) en rijden, na een ontbijt van pannenkoeken naar Angkor. Eerst ergens pinnen! We stoppen op de avenue de Charles de Gaulle bij een bank, waar ik 120$ pin. Je moet 5$ betalen om dit te mogen…, ik zet vraagtekens bij mijn ing betaalpakket….
We rijden tot de plek waar je 40$ pp af moet geven voor de toegangskaart van 3 dagen Angkhor…

Twee prachtige pasfoto’s later stappen we weer bij noname in de tuktuk-alike. We tonen onze verse ID kaarten aan de toegangsdame en tukken dan het Angkor terrein op.
Eerst langs publiekslieveling Angkor Wat, maar deze bewaren we voor later. We starten bij de south gate. Hier lopen we over een brug met slangvasthoudende mannetjes als brugleuning. Vele koppen zijn vroegah eens gejat en nu dan gerestaureerd. Detail: een paar van die koppen kwamen we begin juni nog tegen in museum insel hombroich. Jatters. We schieten wat foto’s, spotten wat aapjes op de poort en gaan verder. Noname staat op ons te wachten en we tukken naar Bayon, het centrum van Angkor Tom.
Man! wat is het klam vandaag. Het zweet gutst mie tussen de tittn (dat hoorde ik een, niet nader te noemen, collega eens zeggen en vind ik nu wel een toepasselijke strofe). Oké, Bayon. Veel Chinezen, want we zitten net achter een touringcar aan. Ze maken gretig gebruik van de fotoshootlocatie en wij lopen constant door beeld, achja.
Bayon is een wirwar van trappen en stenen met af en toe een bewierookte nis. In het donker van zo’n nis krijg ik wierook stokjes in mijn hand geduwd totdat ik duidelijk maak dat ik niet bij de groep Chinezen voor me hoor. Dat scheelt weer. Ze steken de stokjes overigens aan voor Boeddha, denk ik. Het zou ook Vishnu of Brahma kunnen zijn. Ze aanbidden hier van alles. Ik doe mijn best me erin te verdiepen, maar ik hou de tel niet meer bij.
We lopen verder en onze tuktuk chauffeur (die ik eerder al noname noemde, omdat hij bij mijn vraag wat zijn naam is, zoiets antwoordde) heeft ons al met zijn haviksogen gespot en tukt op ons af.
Op naar Bapuon. Een gerestaureerde tempel waar ik met mijn shorts en waayyy too sexy voorkomen niet naar binnen/boven mag. Chris wel. (Oplettende lezer merkt het, Liesbeth is achter het toetsenbord gekropen). Ik wacht beneden op mijn Indiana Jones, terwijl hij voor de derde keer in zijn leven deze tempel trotseert (misschien lieg ik nu een beetje, maar dat mag Chris weer redigeren). Deze gerestaureerde versie bevalt hem het minst. Ik schijn niks gemist te hebben en we lopen verder, nog even een toiletbezoek (alles onder controle!) en we gaan weer verder, nu te voet door een stuk oerwoud vol enge beesten richting terras van de lepper king en ook de olifanten kregen een terras naar zich vernoemd. We lopen in tegengestelde richting, alle bordjes negerend, want dat geeft het beste gevoel. Ik krijg kraampjes in het vizier maar ze weten me als de beste weg te jagen. “g0000d plice, madaam! I have big siize too!” Uh, ja, oké, doeiii. Schreeuwers. Een fles water kan er nog vanaf en we rijden naar Preah Kan. Hier koop ik toch twee big size Ali baba broeken want met mijn Tomb Raider outfit kom ik ook hier, volgens de bordjes, niet binnen. Mooie tempel en ik lijk wat te wennen aan het drukkende klimaat. Het zweet verzamelt zich voornamelijk op mijn bovenlip, erg sexy, al zeg ik het zelf. Hier dezelfde aanblik als eigenlijk de hiervoor bezochte tempel en tempelachtige dingen; stenen, met mos. En bomen. En modder. Een touristenpolitie man legt ons van alles uit over de tempel, laat ons bijzondere dingen zien zoals…..ja, allerlei leuke hoekjes die je zelf niet zo snel gevonden had. En ik hoorde kikkers. Bwaaaaaaaaahhhh. Leuk. Bekijk de foto’s maar. En bedenk er veel kikker- en krijsende vogelgeluiden bij.
We kwamen een Amerikaanse architect tegen die tekeningen aan het maken was. Samen liepen we naar een tempel met Grieks achtige uiterlijkheden; zuilen. Waarschijnlijk was dit buitengebouw een bibliotheek. Ik beklim hem en heb zo een mooi uitzicht over deze tempel. Wat zijn die bomen hier enorrrrm. 200 jaar, zei de touristenpolitie me eerder. Ze groeien over en soms zelfs door muren.
Ondertussen gaat het wat sputteren en we zoeken noname weer op. Nu hebben we een grotere afstand af te leggen met tuktuk en we komen bij een vreemd landschap, iets wat ik me eerder voorstel bij Dracula. Mistig moeras. We lopen over een brug en Chris blijft maar kraaien van geluk. “Hier ben ik nog nooit geweest!” Toch wel, bleek later. Maar nu is het nat en toen was het droog. Heel anders dus. Ook hier maken we wat foto’s en bekijken we de mooi opgestapelde stenen die in een vijver fonteintje zitten te spelen. Hierna gaan we wat eten bij een door onze chauffeur aangeprezen restaurant; fish amok voor Chris en de kip variant voor mij. Lekker hoor. Met volle buikjes nog één tempel bezoeken, te weten Ta Phrom (de jungle tempel). Veel modder, veel grote bomen en glibberige stenen. Maar mooi! Af en toe zijn er borden te vinden met daarop voor en na foto’s van opruim acties. Een soort houd Angkor schoon. Ze vonden de vele stenen, lees: ruïnes niet zo toegankelijk.
De foto’s spreken voor zich, en hier komt de cliffhanger:

De foto’s komen morgen!

Welterusten voor nu!

20140721-223302-81182008.jpg

20140721-223513-81313702.jpg

20140721-223604-81364979.jpg

20140721-223705-81425042.jpg

20140721-224010-81610264.jpg

20140721-224104-81664936.jpg

20140721-224426-81866867.jpg

20140722-095250-35570370.jpg

This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

HTML tags are not allowed.

Protected by WP Anti Spam